Chemie zonder stoorzenders
- daniellestals
- 9 mei 2021
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 15 jun 2021
(uit 2013) Chemie is iets tussen mensen, zeggen ze wel eens. Maar zou – met een beetje chemie - uit een alledaagse combinatie Weertenaren ook plotseling een gouden combinatie kunnen ontstaan? In de nacht van oud op nieuw kwam ik er achter dat het mogelijk is. Mijn zus organiseerde die avond een 80’s party voor haar vriendengroep. Ik ben geen officieel lid van die groep, maar ik sta er wel regelmatig bij als ze uitgaan bij de Gotcha of Café Hopeloos. Vier mensen ken ik redelijk goed, van de rest weet ik weinig tot niets. Het blijft meestal bij een ‘Ha, wie isj?’, maar het gaat zelden onder de oppervlakte. Zo wel vanavond.

De del
Als ik iets na twaalven aankom, word ik enthousiast onthaald door mijn zus’ goede vriendin, bijgenaamd ‘De Del’. Ze staat achter de friteuse met uitbundig getoupeerd haar en een gouden glitterlegging. Haar bovenstuk: Een zwart shirt met op de voorgevel “I love the 80’s’. Ik word meteen aan de boezem gedrukt. ‘De del’ dus. Binnen zie ik bijna geen hand voor ogen. De rookmachine staat aan, hoewel we paradoxaal genoeg niet binnen mogen roken. Even een rondje ‘beste wensen’. Ik zie mensen met foute zonnebrillen met dubbele brug, al even foute trainingsjacks, gigantische kuiven, iemand draagt een rubix-kubus om z’n nek. Cindy Lauper, zingt dat ze met iemand wil dansen.
Zonder mobiel
Plots valt mijn oog op een grote doos in de hal. Er ligt een berg mobiele telefoons in. I-Phones, galaxy’s, een mega Samsung van mijn zwager. Ik kijk mijn zus vragend aan. “Daan we hebben vanavond besloten dat iedereen zijn mobiele in moet leveren. In de 80’s waren die krengen er nog niet.” Oké, vanavond gaan we 30 jaar terug in de tijd. We praten dus van mens tot mens, zonder stoorzenders. Het idee bevalt me. Ik ben benieuwd of de afwezigheid van telecommunicatie invloed heeft op de levende communicatie.
Er heerst in elk geval een sfeer van openheid. Dat voel ik onmiddellijk. Er wordt natuurlijk een hoop gelachen en gedanst. Tot zover de ‘normale’ gang van zaken. Maar langzaam merk ik dat mensen ook kwetsbaar durven zijn. Elkaar zelfs hun angsten durven toefluisteren. Opeens komt er een jongen naar me toe, die ik nooit gesproken heb. “Ik heb jouw column gelezen van vorige week. Over het verlies van het heilige in de samenleving. Ik vond hem erg mooi.’
Alchemie
Er ontstaat een gesprek. Over geloven en de honger naar kennis, de liefde, over wetenschap en religie. Het gesprek gaat veel dieper dan het gemiddelde gesprek met iemand die je niet kent. “Ik ben een bèta-wetenschapper’, zegt hij. Hij is chemicus. Op de achtergrond klinkt de Dire Straits’ ‘Sultans of Swing’, in de live-versie van het album Alchemy, als ik me niet vergis. Ik vind bètawetenschappen interessant, maar misschien moeten de bèta’s zich wat meer op de mens richten. De meeste mensen vinden ‘de mens’ interessanter dan enkel stoffen of materialen.
Terwijl ik het gesprek met de chemicus voortzet, vraag ik me het volgende af: ‘Kunnen chemici niet eens een studie maken van chemie tussen mensen?’ Want wat is dit vanavond? Er is duidelijk chemie, maar waar komt die vandaan? En ik denk weer aan het album Alchemy, is dat vernoemd naar de alchemie? Die wetenschap die probeerde uit gewone, onedele metalen een hoger metaal als goud te smeden? Zoals je ook uit gewone instrumenten en stemmen, de ideale live-uitvoeringen van je liedjes kunt creëren. Zo’n ideale combinatie noemen ze dan de steen der wijzen. Ja, misschien is de steen der wijzen niet gemaakt van metaal, maar van mensen. Want een gewone combinatie mensen, kan plots een gouden combinatie worden. Zet mensen bij elkaar, zet de tijd 30 jaar terug, zonder telefoons, laat ze van mens tot mens praten. Ze stoten elkaar niet af, maar trekken elkaar aan. Is dat niet wonderlijk?
Politiek
Even later raak ik in gesprek met een andere chemicus, die tevens politicus is. Hij zit in de gemeenteraad van Weert. Hij maakt zich zorgen over het gebrek aan interesse in politiek bij mensen. Als ik thuiskom overdenk ik alles nog eens, terwijl ik naar het marktplein beneden staar. Misschien moet politiek net als chemie weer iets ‘van en over mensen’ worden. Misschien moeten we de tijd in sommige opzichten niet 30 jaar terug zetten, maar 2,5 duizend jaar terug.
Ik denk aan de Griekse oudheid, waarin de filosoof Socrates pittige politieke debatten en discussies organiseerde op het marktplein van Athene. Debatten voor het volk, van mens tot mens. Met betrokkenheid. Zonder telefoons dus. Misschien moeten we de gewone man weer betrekken bij de politiek. Zouden Weertenaren met elkaar in debat kunnen gaan op ons marktplein. Waar ze ideeën en argumenten de wereld in gooien, ideeën die elkaar afstoten en uiteindelijk weer aantrekken. Want door discussie van mens tot mens, kom je uiteindelijk samen tot een hogere waarheid. Tot een chemie. Of misschien zelfs de steen der wijzen.
Comentários