En dan nu: een mini-pageturner! Inmiddels ben ik er namelijk achter gekomen welke ingrediënten de gemiddelde lezer prefereert in mijn verhalen. ‘Iets met tieten’ (zie mijn Badpakstories), en ‘iets over de liefde,’ kwam er uit mijn lezersonderzoek. In dit waargebeurde verhaal heb ik, bij wijze van experiment, beide elementen gecombineerd. Een toverformule misschien? Nog even en ik kan, net als Dan Brown, achterover leunen en exact hetzelfde format aanhouden voor mijn komende 30 boeken. De kassa rinkelt. Ik ga alle grandioze mislukkingen in mijn liefdesleven te gelde maken (de successen hou ik voor mezelf: literair irrelevant.) Hier is deel 1 van mijn liefdeskronieken. Laat je niet afschrikken door de exorbitante lengte van dit verhaal: het is namelijk zeer smeuïg en… de zinderende ontknoping volgt natuurlijk weer aan het eind!
Met tekening van mijn favoriete illustrator Rim Beckers. “Rim, je mag weer tieten tekenen jongen! Tits sell!’, riep ik van de week blij. Hij heeft wederom zijn best gedaan. Lees verder op mijn website… Ben je toch te lui om door te klikken, lees dan maar door hier op facebook:
Vandaag neem ik jullie mee in de meest bloedstollende wedloop van mijn leven. Toen ik 14 jaar was belandde ik in een jarenlange compe-TIET-ie met mijn goede vriendin en tevens aartsrivaal Judith. Nee, het is geen taal’vout’. We noemden het compe-TIET-ie omdat we om te beginnen, zoals je kunt raden, streden om wie van ons tweeën de grootste voorgevel had. We waren erg aan elkaar gewaagd. Met mijn karmakilo’s heb ik die letterlijke compe-tiet-ie inmiddels glansrijk gewonnen. Ik heb haar vele cupmaten achter me gelaten! Ik heb gezegevierd! Op dat punt dan… Ik heb helaas niet alle slagen zo overtuigend gewonnen.
Haaary Moeliesh
Judith en ik waren in de jaren ‘90 best wel irritante, streberige vwo’ertjes. Achteraf walg ik een beetje van ons. We streden altijd om wie het beste punt had. Dat gebeurde bij de vakken Nederlands, Duits en met name Engels.
In 6-vwo gebeurde er dit: Meneer Gielis van Nederlands zei tegen de klas, terwijl hij zijn leesbril afnam en een semi-intellectuele pose aannam: ‘Wie voor het mondeling het vuistdikke meesterwerk ‘De Ontdekking van de Hemel’ van Harry Mulisch leest, krijgt extra punten.’ Haaaary MOELIESH, zo sprak hij de naam van de auteur overigens uit. Dat doet alleen de Ware kenner.
Judith en ik gingen dus samen naar de bibliotheek, want Judith…, de slijmbal, had besloten dat boek van 1500 pagina’s te gaan lezen. Mij niet gezien. Ik pakte dat lijvige werk uit de kast, sabbelde even bedachtzaam op het pootje van mijn bril, sloeg het boek open en zei in een perfecte Gielis-imitatie: ‘Judith… wat staat er op pagina 674 van ‘De Ontdekking van de Hemel?’’ Ze schoot in de lach. Maar het lot wilde dat meneer Gielis haar serieus die vraag stelde in het mondeling. Alleen noemde hij een ander paginanummer. Ze wist het antwoord niet. Dat kostte haar punten… Dus werd het 1-0 voor mij.
‘‘Loelen’ wie Brugman’ Ook bij Duits streden we tot we erbij neervielen. Ooit kregen we een soort klassikaal oefenmondeling. Toen Judith aan de beurt was, trachtte ik haar af te leiden met allerlei rare fratsen. Helaas liet de leraar zich niet om de tuin leiden en kreeg zij desalniettemin het beste punt. Triomfantelijk begon ze aan haar zegetocht. Maar ik nam wraak… Ik waagde het om doodgemoedereerd op mijn mondelinge examen te verschijnen, terwijl ik maar twee van de tien boeken had gelezen. Maar ‘ich kann nlsatürlich ‘loelen’ wie Brugman und auch ein bischen ‘bloefen’. De docent complimenteerde mij aan het eind van het gesprek met mijn ‘sehr philosophische Gedanken über die Bücher.’ En ik had natuurlijk het hoogste punt van de klas. Had je het gezicht van Judith moeten zien!
Bloedstollend
Het hardst was de compe-tiet-ie echter op het gebied van Engels. We waren namelijk altijd samen de beste van de klas. Het was een bloedstollende nek-aan-nek race waar de hele klas van kon meegenieten. De ene keer had zij 1 tiende punt meer, de andere keer was ik de winnaar. De strijd duurde jaren voort. Totdat ze in de 6e klas naar me toe kwam, me strijdlustig in de ogen keek en de historische woorden sprak: “Darling… ik ga Engels studeren!” Die sardonische lach daarbij ook! Even was ik uit het veld geslagen. Toen keek ik haar met een ijzige blik aan en zei alleen: “You Bitch Troll From Hell.” Ik draaide me om en liep weg. Ik heb drie dagen niet met haar gepraat.
Openingszin
Jaren heb ik lijdzaam toegezien hoe ze het ene na het andere goede punt haalde daar in Nijmegen. Later, toen ze bijna afstudeerde van haar opleiding, kon ik eindelijk weer eens echt smakelijk lachen, en wel om de volstrekt amateuristische openingszin van haar afstudeerscriptie. Geformuleerd alsof ze wereldnieuws bracht… Werkelijk. Lach even met me mee, die zin luidde: ‘During the second world war 6 million jews were brutally murdered’. Ik dacht: ‘Oh my God, really?!’ Ik belde haar onmiddellijk verheugd op; ‘Echt een giller die eerste zin van je! Hoe verzin je het, om de lezer te ‘verleiden’ verder te lezen, met iets wat iedereen al eeuwen weet?! Tenenkrommend. Ik ben meteen afgehaakt.’
Ik herinner haar nu nog wel eens aan dat moment, als ze iets doms zegt. Dan kijk ik haar aan , rol even met m’n ogen en zeg alleen: ‘During the second world war…’ En dan hebben we de grootste lol (zij heeft ook enig gevoel voor zelfspot). Er is dus één strijd die ze nooit gewonnen heeft. De strijd om wie van ons de beste schrijver is. Die strijd is ze niet eens aangegaan.
Diepzinnige gesprekken
Maar…Tussen alle compe-tiet-ie door hielden we heel veel van elkaar. Ik hield van haar, want ze was in bepaalde opzichten mijn betere ik. Ze daagde me uit en ik steeg op mijn beurt boven mezelf uit. Eigenlijk was ze in die tijd ook de enige bij wie ik echt mezelf kon zijn. Op het alledaags speeltoneel was ik vaak de clown van de klas. We hebben heel wat af gelachen. Maar Judith en ik hadden ondertussen ook veel diepzinnige gesprekken tijdens lange boswandelingen in vrije uren wat op mij een romantiserend effect had. Het onderwerp: onze eerlijkste gedachten, gevoelens en angsten – over leven en dood en andere serieuze thema’s. We durfden kwetsbaar te zijn, maar alleen bij elkaar.
Dat was wel bijzonder op 14-jarige leeftijd denk ik, dus ik prijs me gelukkig. Op de middelbare school doet iedereen zijn best om zo normaal of cool mogelijk te zijn. Iedereen speelt een rol. Lang leve de lol regeert. Je echte gevoelens dien je goed te verbergen. Vooral als je stiekem op een vrouw valt. Eigenlijk is het voor veel pubers een hele eenzame periode. Maar ik werd gered. Door haar.
Bekentenis Op mijn 19e volgde echter mijn ultieme nederlaag. Ik heb toen moeten bekennen dat ik tussen alle compe-tiet-ie door al drie jaar in stilte gevoelens voor Judith had. Ze was immers de enige mens die echt dichtbij kwam, die me kende tot in het diepst van mijn wezen. Het was helaas niet geheel wederzijds op het liefdesvlak. Of eigenlijk in het geheel niet. Onbegrijpelijk! Ik ben toch zeker woest aantrekkelijk?! Ik zei er daarom later nog wel even rivaliserend bij: “Het is écht niet omdat ik je zo knap vind hoor!” Haha, heerlijk.
Overwinning
Uiteindelijk heeft zij dus de compe-tiet-ie gewonnen. Dat is wel de ultieme overwinning, als je aartsrivaal stiekem verliefd op je blijkt te zijn. Nee hoor, ze vond het heel erg voor me. Ze leefde oprecht met me mee. Eigenlijk toonde ze voor het eerst een greintje compassie. Ik moest wel een paar keer slikken toen. Het deed nogal pijn. Maar we zijn – na een tussenstop van een jaar waarin ik aan mijn emotionele herstel werkte - altijd goede vriendinnen gebleven. En de compe-tiet-ie is sindsdien als sneeuw voor de zon verdwenen. Waar een liefdesverklaring niet goed voor is.
Nou ja, Judith had ook een andere agenda in het leven. Zij wilde graag een man (met borsthaar) en kinderen. Ik haat borsthaar. Daarom heb ik later eigenhandig haar man voor haar uitgekozen (ZONDER borsthaar). Ze had namelijk niet zo’n goede smaak qua mannen, daarom heb ik ingegrepen. Ik heb later zelfs getuigd op haar bruiloft. Ware liefde, nietwaar?
Comentários