top of page
  • daniellestals

Werken en leven met een leerstoornis


‘IQ 81? U bent zwakbegaafd’… Mijn mond valt open. Zegt Google nou dat ik – zelfverklaard genie – zwakbegaafd ben? In paniek bel ik een vriendin. “Suzanne, ik moet je iets vertellen… Ik ben zwakbegaafd, zegt google!”


“Daan, doe even rustig. Ga maar zitten en adem een paar keer diep in en uit. Het zit zo….Ik heb ALTIJD geweten dat jij eigenlijk niet zo snugger bent!” Ze giert het uit. “Het is helemaal niet erg. Het is toch schattig? Enne… je werkt toch al veilig bij De Risse? Nou dan!”


Dan heb ik mam aan de lijn: “Daan stel je niet aan. Jij hebt de universiteit af! Er zijn mensen die echt leerproblemen hebben! Dat is pas erg.”Klik.




Onlangs vroeg ik een officieel intelligentieonderzoek op dat ooit bij mij werd uitgevoerd. In officiële IQ-tests wordt een onderscheid gemaakt tussen het Verbale IQ (de talige intelligentie en het theoretisch snapvermogen. Hoe goed ben je in theorie?) en het Performale IQ (hoe je de theorie in praktijk brengt en je praktische intelligentie. Ook rekenen en ruimtelijk inzicht vallen hieronder).


Kloof

Er blijkt een levensgrote kloof van bijna 40 IQ-punten in mijn intelligentie te zitten. Mijn verbale IQ is tegen de 120, duidelijk universitair niveau, mijn performale IQ 81. Ik heb een leerstoornis op het niet-talige vlak (NLD). Alles in taal gaat goed, alles wat niet in taal gaat, gaat vaak veel minder goed. Je kunt dus slim zijn en toch leerproblemen hebben. De gevolgen merk ik dagelijks in de praktijk. Mijn motoriek is knudde, ik ben vaak ongeconcentreerd of schiet in de hyperfocus, ik ben chaotisch (zie mijn ‘opgeruimde’ bureau op de foto), volkomen ongeorganiseerd en ik gebruik mijn computer als een veredelde typemachine. Ik slaap wegens mega-drukte in mijn hoofd nooit voor 4u ’s nachts. Mijn uitvoerende hersenfuncties zijn bedroevend. En ik ben dus met name lachwekkend onhandig.


Heb je je ooit afgevraagd waarom ik mijn haar altijd los draag? Ik kan niet eens een staartje maken! Voor mij geldt: makkelijke dingen zijn moeilijk.


Ik heb sinds 2016 toch twee banen op mijn opleidingsniveau. Vanwege mijn leerstoornis word ik ook nog deels gesubsidieerd door de overheid. Wie kan dat nou zeggen?!


Onzekere mensen

Ik ben er ook best onzeker van geworden, van de leerstoornis. Andersom zijn er ook mensen die juist een hoge praktische intelligentie hebben. Zij zijn goed in klussen en poetsen en allerlei andere praktische dingen. Ze zijn echter minder goed in theorie of hebben dyslexie. Ook die mensen worden onzeker in ons schoolsysteem. Ten onrechte! Vandaag dus aandacht voor (soms goed verborgen) leerstoornissen.


Google had het trouwens fout, ik ben niet zwakbegaafd maar praktisch ‘beneden gemiddeld intelligent’, vertelde mijn nichtje de familiepsycholoog me. Een kleine opluchting!


16 Vierkantjes

Het begon op de kleuterschool. Het enige wat ik daar kon was kletsen en luisteren. Verder kon ik werkelijk helemaal niks in de kleuterklas. Niet plakken, niet knippen, niet prikken of tekenen. Het akeligst vond ik de 16-vierkantjes met vouwblaadjes, ik vouwde de gekste varianten en het kwam nooit op 16 vierkantjes uit, meer op 8 scheve rechthoeken of zo. Ik ging iedere dag met buikpijn naar school. Van de zenuwen begon ik alle potloden af te knagen. “Wie is toch die geheimzinnige potloodeter?,” zei de juf eens. Niet lang daarna werd ik betrapt. Ik moest onmiddellijk mijn mond gaan spoelen en beterschap beloven.


In groep 3 moest ik leren lezen en schrijven. Dat was in den beginne ook een fiasco. Letters kwamen in mijn schrift in de gekste standjes voor. In groep 4 begon ik langzaam het lezen en schrijven te automatiseren. Het ging wat beter. Toch zei de juf op de ouderavond tegen mijn ouders: “Danielle is een hele zwakke leerling. Jullie moeten er rekening mee houden dat ze nog wel eens blijft zitten.”


Professor

“Mooi niet!”, dacht ik strijdbaar toen ik dat hoorde. “Ik zal haar eens iets laten zien. Ik wil niet voor niets professor worden later!” Ik wilde inderdaad professor worden in die tijd, een aparte ambitie voor een moeilijk lerend kind. In groep 5 zette ik het dus maar op een leren. Ik moest wel, want ik kon niks anders. Ik had plotseling best hele goede punten voor alle vakken die in taal gingen. Dat zijn er veel. Ondertussen bleef ik absoluut laagbegaafd op het gebied van rekenen, technisch lezen, tekenen, handvaardigheid en gym. Vooral handvaardigheid was een blinde vlek.



Kerststalletje

In 1990 hadden we een Kerst Inn op de basisschool. Alle leerlingen hadden bij handvaardigheid een kerststalletje gemaakt met een kerstgroepje erin. Mijn ouders bezochten deze middag. Op het schoolplein stonden 300 kerststalletjes. Mijn moeder liep al grinnikend rechtstreeks op mijn stalletje af en zei: “Daan, deze is van jou hè?!” Mijn stalletje was natuurlijk een krot. Dat is nog zacht uitgedrukt. De kopjes van de herders hingen slapjes langs hun romp, ze hadden allemaal gehandicapte ledematen. De ezel en os leken op ondefinieerbare wezens… Ook mijn kindje Jezus was werkelijk een gedrocht. Ik denk dat God mij vergiffenis heeft geschonken. Hij had me immers zo onhandig geschapen.


In groep 8 kreeg ik van de basisschool een MAVO-advies. Toch kwam ik met mijn talige intelligentie zomaar op het VWO terecht.


Naaikut

Het werd moeilijker. Toen ik 14 was, verkocht ik bloemen op de markt. Ik had daar een hele nare baas die altijd op mij aan het vitten was omdat ik zo onhandig was. Na 3 jaar kon ik nog steeds niet de emmers bloemen uit het busje halen zonder dat de kopjes knakten. Ik werd constant uitgekafferd: “Stomme naaikut! Daar moet ge zeker voor op ut Lyceum zitten om te begrijpen hoe ge die bloemen uit de wagen moet halen!” De pijnlijke waarheid was echter dat ik ondertussen heel wat geld in het laatje bracht. Hij verkocht strontlelijke boeketten in schreeuwerige kleuren. Ik was dan wel onhandig, maar ik had wel een verkooptalent. Ik kreeg die lelijke en bovendien eigenhandig geknakte bossen bloemen aan heel wat mensen verkocht. Ik maakte er dan ook een complete act van. Niemand kon veilig en ongezien de kraam passeren. Ik was de schrik van de stad.


Overlevingsstrategie

Mensen vragen zich wel eens af waar ik mijn bijzondere gevoel voor zelfspot vandaan heb. Het zit zo: het is gewoon een overlevingsstrategie. Al mijn gekke ongelukjes zijn namelijk heel beschamend. Zo heb ik ook een onnavolgbare coördinatie. In een gymles of op de sportschool gaat alles fout wat er fout kan gaan. Dus maak ik daar al stuntelend maar een lollige act van. Ik floreerde pas echt toen ik in de brugklas op toneelles ging. Wat heb ik daar iedere week genoten en wat heb ik daar leuke mensen leren kennen die allemaal net zo raar of onhandig waren als ik. Vrienden voor het leven. Ik bleek al acterend ook hoogbegaafd op het humor-vlak. Waarom wordt dat niet getest? Ik wilde eigenlijk comedian worden. Uiteindelijk ben ik toch schrijver geworden. Ik voelde me te kwetsbaar op het toneel.


Wiskunde

Ik bleef ondertussen mijn best doen mijn laagbegaafde Performale IQ te verbergen. In VWO 4 was ik een ernstig besprekingsgeval. De docent wiskunde die toen mijn mentor was, belde mijn moeder om verslag te doen van de rapportbespreking. Onbegrijpelijk vond hij het zelf. “Kun je iemand met een 1,7 GE-MID-DELD voor wiskunde naar VWO 5 sturen? De talige vakken hebben echter U-NA-NIEM voor het bevorderen van uw dochter gestemd. En dat met een 1,7 GE-MID-DELD voor wiskunde. Dit is nog nooit vertoond! Onbegrijpelijk!…” Gelukkig kon ik wiskunde in VWO 5 laten vallen…


Universiteit

Uiteindelijk heb ik met mijn lage performale IQ toch de universiteit afgerond. Met zeker gemak zelfs, al wil ik niet opscheppen. Cultuurwetenschap, een alfaopleiding dus: allemaal taal, literatuur en theorie, ik had er de tijd van mijn leven. Ik heb ook de moeilijkste boeken in de kast staan.


Ik doe er nu stoer over, maar ik moet bekennen dat mijn geringe performale IQ mijn levensloop onbewust toch meer beïnvloed heeft dan ik tot op heden doe voorkomen. Ik kon niet eens een rijbewijs halen vanwege mijn beperkte ruimtelijk inzicht. Ik heb altijd voor de gein zo’n gehandicapten-autootje willen kopen. Daar heb ik dan lol om met vrienden. Maar ook achter het stuur van zo’n 45 km voertuig vertrouw ik mezelf niet.


Winkeltje spelen

Na de universiteit heb ik nog 10 jaar winkeltje gespeeld op het tankstation achter de kassa. Ondertussen schreef ik freelance voor diverse media en volgde ik ook allerlei cursussen in journalistiek en filosofie. Het ging een keer in 2006 heel erg mis in een baan op mijn opleidingsniveau, vandaar. Ik overleefde in die tijd 2 depressies met heel veel faalangst. Na de IQ-test kwam dan toch de bevrijdende diagnose: geen psychiatrische ziekte, maar een leerstoornis. Gelukkig heb ik - onwetend als ik was - de universiteit afgerond. De beste vorm van onderwijs voor mij, allemaal theorie. Had ik het eerder geweten, dan had ik niet zo hoog in durven zetten.


Ergens dacht ik in de tijd op het tankstation onzeker: ‘Als ik hier op het tankstation niet super presteer, hoe kan ik dan ooit functioneren in een baan op mijn opleidingsniveau?” De waarheid is dat ik juist veel beter functioneer in een baan op mijn opleidingsniveau, omdat ik daar minder praktische dingen hoef te doen. Ik word in mijn beide huidige banen grotendeels aangesproken op mijn talige intelligentie. Het is elke dag een feest!


Schoolsysteem

Ik denk overigens dat veel mensen onzeker worden in ons schoolsysteem. Ik ken ook mensen die het andersom hebben: een hoger performaal IQ en weer een lager theoretisch IQ. Dat zijn mensen die heel goed praktisch kunnen denken, die heel goed zijn in poetsen, klussen, tekenen en handvaardigheid, maar die minder goed zijn in theorie. Of mensen die dyslectisch zijn. Ook zij worden ten onrechte onzeker op school en betreden schoorvoetend de arbeidsmarkt. Nog steeds wordt theorie soms – tussen de regels door - hoger gewaardeerd dan praktische vaardigheden, wat echt nergens op slaat. Universiteit is hoger en MBO is lager, zo wordt wel eens gesuggereerd. Je hebt zelfs datingsites 'alleen voor hoger opgeleiden'. Wat een onzin! MBO is gewoon net zo hoog als universiteit. Op het MBO komen mensen terecht met een hoge praktische intelligentie en daar kun je heel ver mee komen in het leven. Ik zelf zou met mijn lage praktische IQ absoluut niet meekunnen op het MBO.


Ik wou dat scholen mensen dingen lieten leren waar ze écht goed in zijn en waar ze gelukkig van worden. Dan had ik me een paar trauma's kunnen besparen. Iedereen is ergens heel goed in. En er zouden heel wat minder onzekere mensen rondlopen op aarde als dat eens zou doordringen op de scholen.

bottom of page